(Tamar River)
Na twee weken radiostilte ben ik er weer om jullie te vermaken met mijn spannende Down-under avonturen. Wie Bert (mijn grote broer) kent en wie ons samen kent (papa en mama for sure!) die weet wat voor soort verhaal ze nu kunnen verwachten. Meestal eindigen onze ‘wannabe worldtravelers, stoere mountainbikers en ervaren rotsbeklimmersavonturen’ in een soort ‘van de wal in de slootavontuur’. Wat dat betreft is er weinig verandert sinds we klein waren en alles deden wat niet mocht: van vuurtje stoken op het tapijt van paps & mams, tot het beklimmen van 4 verdiepingen hoge scholen en het bevaren van een mysterieus amazonegebied op ons ingenieuze vlot. Door papa’s zintuigen werd dit laatste voorval iets anders geinterpreteerd: proberen een vieze stinkende moerassloot van 20 vierkante meter over te steken op een vermolmde oude deur. Tsja, het is maar net hoe je het bekijkt of ruikt ;). De onttovering die heeft plaatsgevonden tijdens de verlichting en de opkomst van de rationele mens is naar mijn mening ook niets iets om na te streven. Anyway…een van mijn eerste avonden hier in Tassie besloten we om de Cataract Gorge te bewonderen. De Gorge is een gebied van een paar kilometer lang waar een rivier door een woest rotsachtig ravijn stroomt. De perfecte plaats voor een avontuur! Wij daalden af naar de Suspension Bridge (een houten schommelende hangbrug over het ravijn). Voor het eerst gezeten op een mountainbike en completely at ease besloot ik dat ik prima naar beneden kon crossen. Ik zag het al helemaal voor me: stoere en handige Mirjam op een stuiterende crossfiets een stijle half-weg half-trap af. Well...het stuiterende deel klopt in ieder geval met de werkelijkheid. Toch maar gezond verstand en de rest lopen. Bert dacht dat het wel handig was om de mountainbikes mee naar beneden te nemen, er waren geen fietssloten en ze konden dus eventueel gestolen worden (nee mensen, t is hier geen Amsterdam dus we hadden ze beter bovenaan kunnen laten staan). Naar beneden was enigszins oncomfortabel, naar boven was ronduit onhandig met een mountainbike. Het pad naar de brug was een tientallen meters stijl naar beneden uitgesleten en uitgehakt pad. Bestaande uit half treden en half zand. Met de mountainbikes op onze schouders voor zover je die dingen normaal op je schouders kunt leggen (haha) hebben we onszelf onder veel gezucht en gesteun weer naar boven gezwoegd. Elke tien treden flikkerden de fietsen weer van onze schouders en Bert kon zijn hond niet in bedwang houden. Jammer dat we dat niet hebben gefilmd. Na deze vernedering zou je denken dat we (of in ieder geval ik) wijzer zouden zijn geworden…maar nee.
Een paar avonden later besluiten we (na het lezen van een stuk of wat fotomagazines) dat het mooiste licht om foto’s te maken for sure bij zonsop- of ondergang is. Tijd om te proberen wat spectaculaire shots te maken. En niets is zo belangrijk als goed voorbereid een ravijn in wandelen wanneer je goede foto’s wilt maken…toch? In ieder geval vond ik mijn spiksplinternieuwe mobiele telefoon onmisbaar; je weet maar nooit wie er belt als je jezelf op de rotsen in vreemde bochten wringt om vooral die ene mooie shot te maken. Well, daar gingen we dan. Camera’s en mobiele telefoon binnen handbereik (water vergeten mee te nemen…) op weg naar de niet-paden van dit ravijn. De mooiste pics worden tenslotte niet gemaakt vanaf de geijkte uitkijkpunten, maar door jezelf in de scene te plaatsen ;) (echt leerzaam die magazines..). Nadat we de oevers van de ene helft van de rivier hadden beklommen werd het tijd voor een nieuwe uitdaging. De rivier oversteken zonder nat te worden. Wonderbaarlijk genoeg lukte ons dat en om het uitzicht te vieren leek het me gepast om een foto te maken van deze overwinning. Met een stem waarin de glorie van deze overwinning doorklonk riep ik Bert om zich bevallig te poseren op een van de rotsen, terwijl ik ondertussen zonder te kijken met een vloeiende en van ervaring getuigende beweging mijn camera uit mn tas haalde. Ik hoor iets op de rotsen vallen. Met een ‘oh sjjjiiit wat nu weer gezicht’ kijk ik naar de rots waarop ik sta en zie nog net mijn 24 uur jonge geliefde mobieltje met een tergend langzame maar onvermijdelijke val in de rivier glijden. “Oh **** (erg lelijk woord)! Mijn telefoon is in het water aan het vallen!!!” roep ik compleet overbodig. Ik probeer het ding uit het water te vissen, maar ik kan er niet bij. Hulp van grotere broer nodig. Maar zelfs als ik Bert aan zijn enkels vasthoud terwijl hij gevaarlijk balancerend zijn leven riskeert om mijn telefoon van de verdrinkingsdood te redden en ik de slappe lach krijg, lukt het ons niet om het ding te bemachtigen. Er zit nog maar een ding op; een frisse duik in het water… gelukkig is Bert zo galant om dit deel op zich te nemen. Even later ligt mijn rood-metallic foontje zielig op de kant. “Wie weet redt hij het nog wel als we hem uit elkaar halen en een dag laten drogen.” Ik ben niet voor niets een rasoptimist ;). Tot mijn grote spijt moet ik meedelen dat na herhaaldelijke EHBO-pogingen mijn telefoon slechts 24 uur heeft geleefd. Inderdaad niet echt lang. Je vraagt je dan toch af wat zo’n kortstondig leven nou voor zin heeft. 99 dollar en 24 uur geleefd, bijzonder geliefd dat wel. Om de pijn wat te verzachten heb ik een paar dagen later een vervanger gekocht; blue-metallic om het lot niet al teveel te verzoeken en met hetzelfde nummer ‘in loving memory’.
(the death of a phone)
(Cataract Gorge)
Ik weet dat jullie zitten te wachten tot er weer zo’n een echt backpackersavontuur voorbij komt vergezeld van spectaculaire pics, maar dan moeten jullie nog ff tot na oud & nieuw wachten. Komende week ga ik namelijk een week langs de oostkust naar het zuiden trekken samen met een aantal familieleden van m’n schoonzusje. Heerlijk comfi in een aircoauto naar Wineglassbay en Port Arthur. Met oud & nieuw zit ik ergens in de middle of nowhere aan de rand van het grootste wereldnatuurerfgoedgebied (is dat een woord..?) van Tasmania, qua oppervlakte ongeveer zo groot als nederland… hmm, dat is dus niet echt specifieke informatie. ff Kijken of ik het op de kaart kan vinden. Oui, het gedeelte waar wij heengaan heet Mount Field National Park en ligt ten noord-westen van Hobart. www.earth.google.com
Niet dat ik in de afgelopen twee weken niks heb gedaan qua sightseeing natuurlijk. ‘k Heb onder andere twee dagtochten door de Cataract Gorge gemaakt en afgelopen vrijdag ben ik samen met Bert naar de Liffey Falls geweest. We waren een beetje bang dat er helemaal geen Liffey Fall zou zijn omdat het hier al wekenlang niet heeft geregend. Gelukkig was dat niet het geval, alhoewel de watervallen nu in plaats van majestueus meer lieflijk waren. Ondanks dat was het een van de mooiste landschappen die ik hier tot nu toe heb gezien! De Falls zijn ergens diep verborgen in een woud in de altijd groene (behalve nu) heuvels. In plaats van het groenste land ter wereld is het hier nu overal geel van de droogte en woekeren er op verschillende plaatsen ernstige bosbranden! De tocht ernaartoe was alleen al de moeite waard. Om maar niet te spreken over de terugtocht toen ik voor het eerst in mn leven rijles heb gehad in een australische fourwheeldrive! Ik moet zeggen dat ik er erg goed uitzie achter het stuur ;), maar ja ik vrees dat mijn geld wel meer dan op is als ik terugkom in NL, dus dat rijbewijs wordt het nog ff niet.
(Liffey Falls & Fourwheel drive)
Het is nog een paar dagen te vroeg maar ondanks dat: Lieve mensen, alvast een hele fijne kerst gewenst. Voor degenen die houden van deze feestdagen, geniet ervan! Voor de mensen die eigenlijk liever geen feestdagen zouden hebben omdat ze zich eenzaam voelen, geliefden missen of wat voor reden dan ook: succes en een dikke knuffel!
Liefs,
Mirjam