14 november, 2010

Stalins Bart ist ab...

Nog drie weken onderzoek te gaan. Tijd is een vreemd begrip voor mij geworden in de afgelopen maanden. Hoe meer mensen ik interview, hoe meer plekken ik bezoek, hoe meer ik het gevoel krijg dat alles wat er toe zou kunnen doen nooit past in de tijd die ik heb om mijn onderzoek te verrichten. Er blijft zoveel verborgen. Net nu ik het gevoel heb dat ik de structuur van de data die ik tot nu toe heb verzameld aan het ontrafelen ben is het alweer bijna tijd om terug te gaan. Het is een vreemd idee om een ontdekkingsreis af te breken die pas net is begonnen. Anderzijds is het een illusie om te denken dat wanneer je meer tijd hebt, je afgeronde, complete verhalen en geschiedenissen mee naar huis kunt nemen. De geschiedenis van mensen is eigenlijk altijd een soort verzameling van brokstukken waarin een lijn, een continuïteit wordt gezocht om er betekenis aan te kunnen geven. Soms verschijnt er in de wirwar van brokstukken opeens een verhaal, een object, waardoor de schijnbare wanorde lijkt te transformeren tot een betekenisvol geheel. Sommige van mijn informanten noemen dit ook wel een 'schlüssel erlebnis'.


Tijdens de rondleidingen in de vroegere Stasi-gevangenis in Hohenschönhausen wordt regelmatig het verhaal verteld van Erika Riemann. In 1945 werd zij als 14-jarig meisje tot jarenlange gevangenschap veroordeeld vanwege 'antisovjetische activiteiten'. Ze had een propaganda poster van Stalin versierd met lippenstift. Stalins Bart ist ab. Niet alleen is Erika's geschiedenis tekenend voor de absurditeiten waarmee de communistische dictatuur gepaard ging, haar veroordeling zegt ook iets over de strenge bewaking van de grenzen ervan. Alhoewel er in antropologisch onderzoek vaak gesproken wordt over de beweeglijkheid en verandering van zowel fysieke als symbolische grenzen, zijn er tal van voorbeelden in mijn onderzoek te noemen die de hardheid en onverzettelijkheid van grenzen en de consequenties daarvan benadrukken: dood, fysieke gevangenschap, psychische folter. Totalitaire systemen kunnen alleen bestaan wanneer grenzen zo onoverkomelijk mogelijk worden gemaakt. Wanneer schemergebied zoveel mogelijk uitgebannen wordt en er alleen nog maar een muur is waar je binnen of buiten leeft, regels waar je je wel of niet aan houdt, wanneer privé zoveel mogelijk publiek wordt gemaakt, waarin niet alleen de grond waarop men loop begrensd is, maar ook de bedoeling en betekenis van woorden en handelingen gefilterd wordt om het van alle mogelijke onzuiverheden te ontdoen. De lippenstift om Stalins snor is dan niet meer slechts een kindertekening, maar de ontheiliging van een staatssymbool, een schending van een grens.


In 1953 stierf Stalin. Zijn standbeeld aan de toenmalige Stalin-Allee (nu Karl-Marx-Allee) in Berlijn verdween in de nacht van 13/14 November 1961 als resultaat van een verlaat destalinisatie proces, ingezet door de SED. De onaantastbaarheid van Stalin was niet langer onaantastbaar. Terwijl Erika Riemann ruim 10 jaar gevangen zat om haar versiering van Stalins propaganda poster, liet een van de arbeiders die het standbeeld moest weghalen een brokstuk ervan in zijn jaszak glijden...Stalins Bart ist ab.


In Cafe Sybille aan de Karl-Marx-Allee ligt Stalins Bart tentoongesteld in een kleine vitrine (over de authenticiteit wordt gediscussieerd). De directeur van Gedenkstätte Hohenschönhausen vertelde me twee weken geleden dat het fysieke overblijfsel van het standbeeld, Stalins Bart, een object van strijd is geweest tussen de Gedenkstätte en Cafe Sybille. Het maakt nu deel uit van de tentoonstelling in Cafe Sybille over de geschiedenis van de Karl-Marx-Allee en is in zekere zin verworden tot een relikwie van het communisme. Een (n)ostagisch object. In de vroegere Stasi-gevangenis zou het een andere betekenis krijgen. Het zou een symbolische overwinning zijn om dit brokstuk van Stalins standbeeld naast Erika Riemann's boek 'Stalins Bart ist ab' te kunnen leggen. Een geruïneerd standbeeld naast een geruïneerd leven.


Zowel in Cafe Sybille als in Gedenkstätte Hohenschönhausen wordt de authenticiteit van objecten en herinneringen ingezet om de geschiedenis verbonden met deze plaatsen te bewijzen en bevestigen. De strijd om Stalins Bart staat symbool voor de strijd om de 'werkelijke' geschiedenis van de DDR. Maar wat is authenticiteit? En bestaat er zoiets als werkelijke geschiedenis? Is de geschiedenis van mensen die hebben geleden meer waar(d) dan andere? Ik denk niet dat er op deze vragen antwoorden bestaan die recht doen aan de complexiteit van mensenlevens. De enige manier om geschiedenis te begrijpen is door te aanvaarden dat het geen reeks feiten is, maar de (veranderlijke) uitkomst van een voortdurende strijd tussen herinneren en vergeten.

13 september, 2010

'die Ewige Lampe'


De eerste vijf weken antropologisch veldwerk onderzoek liggen alweer achter me. Mijn 'verleden' groeit met elke dag die verstrijkt. Misschien klinkt dat wat weemoedig, of zo je wilt nostalgisch. Maar wanneer je elke dag bezig bent met 'het verleden' van voormalige DDR-burgers merk je snel genoeg dat 'het verleden' eigenlijk een vreemde constructie is. Het is een tijdsaanduiding, iets is 'geweest' en nu niet meer daar. Althans, dat is wat vaak gezegd wordt. Niets is echter minder waar. Alhoewel het verleden iets ongrijpbaars is, zijn er veel verschillende manieren waarop mensen hier in Berlijn proberen om het verleden  op een bepaalde manier vast te houden of bewaren.

In de afgelopen weken ben ik mijn onderzoek naar ervaringen van burgerschap in de voormalig DDR en nu begonnen in de vroegere Stasi-gevangenis in Hohenschonhausen.Ten tijde van de DDR was deze onderzoeks-gevangenis strikt geheim. Dat wil zeggen dat nagenoeg niemand wist van het bestaan van deze plek. Op vroegere kaarten van Berlijn is alleen een grote witte vlek te zien. De gevangenis 'bestond' zogezegd niet. Tegenwoordig worden er rondleidingen gegeven door voormalig gevangenen. De verhalen zijn schrijnend. Opgepakt vanwege vluchtpogingen naar het Westen, opgepakt vanwege verraad door ouders of vrienden, opgepakt vanwege politieke oppositie. En bij politieke oppositie kun je je dan werkelijk alles voorstellen wat niet naar de zin van de SED was. Alhoewel alle verhalen persoonlijke geschiedenissen zijn, hebben ze veel overeenkomsten. Ze vertellen allemaal van een dictatuur waarin vrijheid beperkt werd tot binnen de muren van de  DDR en binnen de grenzen van de partijideologie. Geen vrijheid dus... 

'Die Ewigen Lampe' in de U-boot (ondergrondse) cellen wordt bij elke tour aangewezen en becommentarieerd.  Deze lamp die 24 uur per dag brandde brandde in elke cel, verstoorde de slaapcyclus van gevangenen. Alhoewel de lampen nu geen 24 uur meer branden, lijkt de benaming van betekenis getransformeerd te zijn. Niet langer dient dit licht als onderdeel van een folter methode,  maar doet het mij denken aan de kaarsjes die men in katholieke kerken kan ontsteken ter gedachtenis aan de overledenen. 'Die Ewigen Lampe' als een symbool om het verleden van deze plaats niet te vergeten, maar actief te herinneren. De voormalige Stasi-gevangenis is niet langer een witte vlek op de kaart. Door het horen van de persoonlijke geschiedenissen van voormalig gevangenen wordt deze geheime gevangenis met haar geschiedenis ontmaskerd en blootgelegd. Je zou het kunnen vergelijken met een kraskaart: eerst is er niks te zien, maar wanneer je met je nagel over het oppervlak van de kaart krast, verschijnt langzaam een nummer, een teken, een afbeelding. Zo ook met deze plaats: de voormalig gevangenen krassen beetje bij beetje de onwetendheid, het verborgene, de witte vlek weg door hun geschiedenis te delen met bezoekers. Zo wordt de witte vlek langzaam maar zeker een gedetailleerde kaart waar een schrijnend verleden op is af te lezen. 

09 augustus, 2010

Topographie des Terrors...maar welke?

Bijna iedere toerist kent Checkpoint Charlie.Je kunt er ook niet echt omheen wanneer je de U-Bahn bij Kochstrasse uitkomt. Als het niet de replica van het checkpoint is, dan herken je de plek wel aan de hordes toeristen of de museum winkeltjes die kaarten, posters en stukjes 'muur' verkopen. Dat laatste is trouwens good business. Je betaalt 7,50 voor wat kleine brokjes steen waar je waarschijnlijkheidshalve van kunt aannemen dat het hartstikke nep is. Maar dat maakt niet zoveel uit. Het gaat erom dat mensen het idee hebben dat ze door het bezit van dat brokje steen verbonden zijn met de geschiedenis en betekenis van de Berlijnse Muur. Ik moet eerlijk bekennen dat ik ook een stukje heb gekocht. Niet uit naïviteit over de echtheid ervan, maar om mezelf  eraan te herinneren dat je een muur wel kunt afbreken, verdelen en verkopen, maar dat de impact van deze muur op het leven van zoveel mensen niet kan worden afgebroken, verkocht of teniet gedaan. En welbeschouwd is 7,50 dan niet zoveel geld.

Wanneer je bij Checkpoint Charlie linksaf de Zimmerstrasse inloopt, kom je uit bij de Topographie des Terrors. Net als bij begraafplaatsen en ruines krijg ik hier het gevoel dat het verleden bijna aanraakbaar is. Het Gestapo hoofdkwartier staat er niet meer. Dat is platgebombardeerd in de Tweede Wereldoorlog. Een open luchtmuseum, zoals mijn Marco Polo-gids aangeeft, is het nauwelijks te noemen. Afgezien van een aantal blootgelegde muren en cellen is het grotendeels een grindvlakte waar bordjes omheen staan met een overzicht van het vroegere gebouwencomplex. Wanneer je over de keurig aangelegde paden naar achter loopt en achterom kijkt, zie je niet alleen een zorgvuldig afgebakende grindbak met de tekst "hier waren Zellen des Hauptgefangnisses der Gestapo-Zentrale", maar daarachter ook een van de grootste delen van de Berlijnse Muur die nog overeind staat. De ene topographie des terrors opgevolgd door de volgende. Alhoewel dat een kwestie van perspectief kan zijn. Wat door de westerse mogendheden de 'Wall of Shame' werd genoemd, was in de ogen van de socialistische partijleiders een 'Antifascistische Mauer'. Maar de terreur is onmogelijk te verbloemen. En dat geldt voor beide historische plekken. 
Places of Memory zijn overal in Berlijn terug te vinden. Maar er is 1 plek waar dat wel op een heel bijzondere manier is vormgegeven; het Judische Museum, ontworpen door Daniel Libeskind. Niet alleen is het immens groot (na 2,5 uur heb ik nog steeds niet alles gezien), maar de variëteit aan technieken waarmee voorwerpen tentoongesteld worden en de bizarre plattegrond, geven het museum een zekere emotionele lading. Wanneer ik de Axis of the Holocaust doorloop, een gang waar ik de laatste brieven aan familieleden van Joodse slachtoffers lees en hun laatste bezittingen en foto's bekijk, kom ik uit bij een hoge zware deur die geopend en gesloten wordt door een museumwacht. Ik aarzel. Wil ik weten wat hier achter zit? Met een zware dreun die nog nagalmt slaat de zware deur achter me dicht. Ik sta in de Holocaust Tower. Het enige dat ik vaag waarneem zijn metershoge betonnen muren. Half op de tast loop ik naar de achterste muur en hurk op de grond. Door een smalle kier helemaal bovenin valt een glimpje licht naar binnen. Een beetje luguber is het wel. Zeker als je bedenkt dat dit de laatste kamer moet verbeelden waar het leven van zoveel mensen eindigde. Maar ik kan er weer uit... en vraag me vervolgens af of je zo'n laatste moment wel moet proberen na te maken. Het stuit me tegen de borst. En juist daarom vind ik het toch een terechte toevoeging aan dit museum. Het is helemaal niet de bedoeling dat je je hier comfortabel voelt. Je loopt letterlijk tussen de laatste bezittingen van bruut vermoordde mensen door. En als dat de afschuwelijke geschiedenis nog niet dichtbij genoeg brengt, is er nog de lege kale ruimte waar 10.000 handgemaakte ijzeren gezichtjes in zijn gestort*, gezichtjes met wijd open monden die zonder geluid lijken te schreeuwen om gerechtigheid. 

Je mag er overheen lopen. En terwijl ik dat voorzichtig probeer te doen, voel ik me nog ongemakkelijker. En terecht.


*Dit kunstproject 'Shalechet' (gevallen bladeren) is van de Israëliër Menashe Kadisman.

27 juli, 2010

Hoe anti-graffiticoating het verleden van Duitsland oprakelt

zur erinnerung an 96 von den national-sozialisten ermordete reichstagabgeordnete der Weimar Repblik
Heinz Sokolowski - 48 J -Ost Berlin - 25.11.65
Nach 7 Jahren DDR-haft erschossen auf der flucht 
In deze eerste tien dagen is er geen ontkomen aan. De boze geesten van Berlijn onthullen zich op bijna iedere straathoek. Als er geen gedenkteken voor slachtoffers van de tweede wereldoorlog staat, dan wel voor de slachtoffers van het DDR-regime. De hoeveelheid en vormen van gedenktekens zijn werkelijk fascinerend.

Toen ik maandag tussen de 2700 betonnen zuilen van het holocaust monument liep moest ik denken aan Philippe Remarque.* Dat krijg je dus wanneer je je van tevoren besluit in te lezen in een stad. Dan denk je aan een Volkskrant correspondent terwijl je eigenlijk respectvol wilt stilstaan bij de vernietiging van zoveel Joodse levens. Maar het enige wat in mij opkwam (dankzij Remarque) was dat de anti-graffiticoating van deze betonnen blokken geleverd is door het chemiebedrijf Degussa, en dat een dochteronderneming van Degussa in de nazi-tijd het gifgas Zyklon-B produceerde waarmee de Duitsers in de kampen miljoenen joden en andere slachtoffers vermoordde.** Daar sta je dan... met je digitale spiegelreflexcamera in de hand omdat het doolhof van al die betonnen zuilen op een bizarre manier fotogeniek is; vanwege de toeristen die in de schaduw siesta liggen te houden, de zuilspringers, en het zonlicht dat een soort dubbel monument van schaduwen creëert. Dit laatste krijgt in retrospectief een betekenis waar ik me maandag niet van bewust was: de schaduwen lijken symbolisch voor het duistere holocaust verleden dat nog steeds een schaduw werpt over het hedendaagse Duitsland. Ik besluit om toch te fotograferen. Niet ondanks het monument, maar dankzij de architect Peter Eisenman die wilde dat het monument vrij te betreden is zodat de herinnering deel uitmaakt van het dagelijks leven. 


Tsja. Het verleden van Duitsland. Je kunt er vrijwel onmogelijk aan voorbij lopen. En gezien de hoeveelheid aan publieke debatten over elke enigszins betekenisvolle plek in Berlijn is dat ook helemaal niet de bedoeling. Een van de studenten in Zentrum am Hauptbahnhof zei gister: "Het heden...? Daar zijn wij Duitsers erg slecht in. Bij ons gaat het altijd over het verleden of de toekomst."Alhoewel ik me afvraag of dat nou specifiek is voor Duitsland - welk mens evalueert zijn of haar leven nou niet in het licht van zowel het verleden als de toekomst - kon ik de ietwat cynische verzuchting van Tom wel plaatsen. Het kan niet makkelijk zijn om in een land op te groeien waar altijd wel iemand de wacht houdt over het collectief bewustzijn. 'Ik wil het niet weten' is misschien nog wel meer not done dan 'ich habe es nicht gewusst'.


* Philippe Remarque was van 1999 tot 2005 correspondent in Berlijn voor de Volkskrant en heeft een intrigerend boek geschreven over het dagelijks leven, de geschiedenis, de plaatsen en monumenten in Berlijn (titel: Boze geesten van Berlijn).
** Toen het controversiële verleden van Degussa onthuld werd ontstond er zo'n ruzie over het monument dat de bouw enkele weken werd stilgelegd.

19 juli, 2010

Erste Eindrücke

17.07 - 13.10
Net de grens met Duitsland over gegaan. Al reizend met de trein merk je daar eigenlijk weinig meer van. De rode lijn op de landkaart is in werkelijkheid een stuk bos waarvan de ene helft op Nederlands en de andere helft op Duits grondgebied staat. De enige aanwijzing krijgen we van de machinist, die de wissel van Nederlandse naar Duitse trein-bemanning bij Bad-Bentheim, het eerstvolgende station, aankondigt.

17.07 - 21.00
Bin angekommen! Heb me een breuk gesjouwd met m'n bagage, maar gelukkig bleken de studentenwoningen van Berliner Stadtmission echt maar vijf minuten lopen van Berlin Hauptbahnhof. Na het ophalen van de sleutel bij het jeugdhostel dat hier ook op het terrein zit, begeleidde de vriendelijke receptionist Uli me naar mijn kamer (nadat ik drie keer het verkeerde gebouw ingestuurd was door een iets minder behulpzame medewerkster).

Nadat ik had uitgepakt in een recordtempo van 5 minuten - uitpakken gaat op de een of andere manier altijd veel sneller dan inpakken - besloot ik wat te eten te gaan halen bij Hauptbahnhof. Aan de Spree een smerige vegetarische wrap gegeten, maar me wel verzadigd aan het beetje stadsgezicht wat ik vanaf daar had. Het eerste wat opvalt is de bizarre mix van bouwstijlen: aan de ene kant een hypermodern licht gebouw met een oude rood-ijzeren brug ervoor, 50 meter ernaast een half-ondergrondse bar waar ze foute jaren 80 muziek draaien en de schuine gras oever hebben volgeplempt met gekleurde strandstoelen.

Als ik terugloop naar mijn kamer kom ik langs een stuk braakliggend grond naast het Hauptbahnhof. Op een van de ijzeren hekken die er omheen staan hangt een posterformaat print van een artikel uit Die Zeitung, met als titel: "Ich war es nicht, es ist Hitler gewesen". Het 'verleden' van Duitsland. Je zou er zomaar langs lopen.

16 juli, 2010

Waarom Berlijn?

Nog 24 uur te gaan. Ik zit nu nog achter m'n bureau in Amsterdam en voel me van alles tegelijk. Een mengeling van 'knoop-in-mijn-maag/wat-in-vredesnaam-ga-ik-doen' tot 'eindelijk-weer-tijd-voor-een-goed-avontuur/hoeveel-uur-nog-tot-de-trein-vertrekt'. Kortom, een soort van pre-schoolreisje-gevoel. Alleen dan 10 keer zo erg.

Nog 24 uur te gaan dus voordat mijn trein vertrekt naar Berlijn, voordat ik op weg ga met een koffer en een backpack die ik nog moet inpakken, voordat mijn antropologisch master veldwerk onderzoek gaat beginnen. Maar waarom eigenlijk in Berlijn?

Omdat Berlijn een stad is waar geschiedenis en herinneringen rondspoken. Een stad waar plaatsen tot symbolische plekken verworden. Een stad die ruim twintig jaar na de val van de Berlijnse Muur nog steeds verdeeldheid in zich herbergt. Een stad waar niet wordt opgehouden met bouwen. Een stad waar op bijna elke straathoek wel een herdenkingsmonument te vinden is. Een stad van kunstenaars. Een stad van Ossi's, Wessi's, Wossi's en wereldburgers. Een stad met zo'n 3,5 miljoen inwoners. Een stad van Checkpoint Charlie, Under den Linden en Brandenburger Tor. Een stad van 890 vierkante kilometer. Een stad die imponeert. Een stad waarin ik hoop te ontdekken hoe de ideeën en ervaringen van burgerschap onder voormalig Oost-Duitse burgers zich heeft ontwikkeld over de afgelopen veertig jaar. En, nog een stap verder, hoe die ervaringen en ideeën over burgerschap onlosmakelijk verbonden zijn met specifieke plekken in de stad.

Nog 24 uur. Und dann werde ich ein Berliner sein.