09 augustus, 2010

Topographie des Terrors...maar welke?

Bijna iedere toerist kent Checkpoint Charlie.Je kunt er ook niet echt omheen wanneer je de U-Bahn bij Kochstrasse uitkomt. Als het niet de replica van het checkpoint is, dan herken je de plek wel aan de hordes toeristen of de museum winkeltjes die kaarten, posters en stukjes 'muur' verkopen. Dat laatste is trouwens good business. Je betaalt 7,50 voor wat kleine brokjes steen waar je waarschijnlijkheidshalve van kunt aannemen dat het hartstikke nep is. Maar dat maakt niet zoveel uit. Het gaat erom dat mensen het idee hebben dat ze door het bezit van dat brokje steen verbonden zijn met de geschiedenis en betekenis van de Berlijnse Muur. Ik moet eerlijk bekennen dat ik ook een stukje heb gekocht. Niet uit naïviteit over de echtheid ervan, maar om mezelf  eraan te herinneren dat je een muur wel kunt afbreken, verdelen en verkopen, maar dat de impact van deze muur op het leven van zoveel mensen niet kan worden afgebroken, verkocht of teniet gedaan. En welbeschouwd is 7,50 dan niet zoveel geld.

Wanneer je bij Checkpoint Charlie linksaf de Zimmerstrasse inloopt, kom je uit bij de Topographie des Terrors. Net als bij begraafplaatsen en ruines krijg ik hier het gevoel dat het verleden bijna aanraakbaar is. Het Gestapo hoofdkwartier staat er niet meer. Dat is platgebombardeerd in de Tweede Wereldoorlog. Een open luchtmuseum, zoals mijn Marco Polo-gids aangeeft, is het nauwelijks te noemen. Afgezien van een aantal blootgelegde muren en cellen is het grotendeels een grindvlakte waar bordjes omheen staan met een overzicht van het vroegere gebouwencomplex. Wanneer je over de keurig aangelegde paden naar achter loopt en achterom kijkt, zie je niet alleen een zorgvuldig afgebakende grindbak met de tekst "hier waren Zellen des Hauptgefangnisses der Gestapo-Zentrale", maar daarachter ook een van de grootste delen van de Berlijnse Muur die nog overeind staat. De ene topographie des terrors opgevolgd door de volgende. Alhoewel dat een kwestie van perspectief kan zijn. Wat door de westerse mogendheden de 'Wall of Shame' werd genoemd, was in de ogen van de socialistische partijleiders een 'Antifascistische Mauer'. Maar de terreur is onmogelijk te verbloemen. En dat geldt voor beide historische plekken. 
Places of Memory zijn overal in Berlijn terug te vinden. Maar er is 1 plek waar dat wel op een heel bijzondere manier is vormgegeven; het Judische Museum, ontworpen door Daniel Libeskind. Niet alleen is het immens groot (na 2,5 uur heb ik nog steeds niet alles gezien), maar de variëteit aan technieken waarmee voorwerpen tentoongesteld worden en de bizarre plattegrond, geven het museum een zekere emotionele lading. Wanneer ik de Axis of the Holocaust doorloop, een gang waar ik de laatste brieven aan familieleden van Joodse slachtoffers lees en hun laatste bezittingen en foto's bekijk, kom ik uit bij een hoge zware deur die geopend en gesloten wordt door een museumwacht. Ik aarzel. Wil ik weten wat hier achter zit? Met een zware dreun die nog nagalmt slaat de zware deur achter me dicht. Ik sta in de Holocaust Tower. Het enige dat ik vaag waarneem zijn metershoge betonnen muren. Half op de tast loop ik naar de achterste muur en hurk op de grond. Door een smalle kier helemaal bovenin valt een glimpje licht naar binnen. Een beetje luguber is het wel. Zeker als je bedenkt dat dit de laatste kamer moet verbeelden waar het leven van zoveel mensen eindigde. Maar ik kan er weer uit... en vraag me vervolgens af of je zo'n laatste moment wel moet proberen na te maken. Het stuit me tegen de borst. En juist daarom vind ik het toch een terechte toevoeging aan dit museum. Het is helemaal niet de bedoeling dat je je hier comfortabel voelt. Je loopt letterlijk tussen de laatste bezittingen van bruut vermoordde mensen door. En als dat de afschuwelijke geschiedenis nog niet dichtbij genoeg brengt, is er nog de lege kale ruimte waar 10.000 handgemaakte ijzeren gezichtjes in zijn gestort*, gezichtjes met wijd open monden die zonder geluid lijken te schreeuwen om gerechtigheid. 

Je mag er overheen lopen. En terwijl ik dat voorzichtig probeer te doen, voel ik me nog ongemakkelijker. En terecht.


*Dit kunstproject 'Shalechet' (gevallen bladeren) is van de Israëliër Menashe Kadisman.